29 mei 2017
Eis Het Reisplan om samenwerking voort te zetten ongegrond omdat verhouding louter contractuele aard
Hof van beroep Gent 29 mei 2017, IEFbe 2708 (Het Reisplan tegen Jetair) Oneerlijke marktpraktijken. Misbruik machtspositie. Het Reisplan is een reisbureau gespecialiseerd in cruises, golfvakanties en reizen op maat. Er kan ook geboekt worden voor de meeste touroperators, waaronder Jetair. Per seizoen werden tussen Het reisplan en Jetair afspraken gemaakt over samenwerkingsmodaliteiten. De samenwerking werd eenzijdig beëindigd door Jetair omdat Het Reisplan niet de gevraagde omzet behaalde. Het Reisplan heeft twee kort geding procedures aangespannen. De eerste vordering is dat Jetair de boekingscode weer te heropend. Jetair werd door de rechtbank veroordeeld om de samenwerking verder te zetten. Hiertegen is Jetair in beroep gegaan. In hoger beroep heeft het hof bepaald dat de eis van Het Reisplan ongegrond is omdat niet voldaan was aan de vereiste urgentie. In de tweede kort geding procedure vordert Het Reisplan dat Jetair de oneerlijke marktpraktijken te staken. De stakingsvordering werd ongegrond verklaard nu de verhouding tussen partijen louter van contractuele aard was. Het Reisplan vordert in hoger beroep samenwerking verder te zetten op identiek dezelfde wijze zoals dit voorheen het geval was. Het Reisplan wil boekingscode heropenen en de contractuele samenwerking voortzetting. Deze eis is duidelijk gebaseerd op de contractueel aanvaarde samenwerkingsmodaliteiten. De vordering wordt ongegrond verklaard.
Het hof merkt op dat Het Reisplan moeilijk staande kan houden dat zij geen contractuele eis stelt, terwijl zij precies de boekingscode wil heropenen en de contractuele samenwerking wil voortzetten. Haar eis is duidelijk gebaseerd op de contractueel aanvaarde samenwerkingsmodaliteiten. Diezelfde contractuele eis stelde Het Reisplan trouwens ook in de kortgedingprocedure. Dat Het Reisplan inbreuken op de eerlijke marktpraktijken inroept, denatureert haar contractuele eis niet. Terecht merkte de eerste rechter ook op dat een eis tussen contractspartijen enkel mogelijk is indien de verweten fout een tekortkoming uitmaakt niet van de contractuele verbintenis, maar van de algemene zorgvuldigheidsnorm en die fout een ander dan de slechte uitvoering van de overeenkomst te wijten schade veroorzaakt heeft. Het Reisplan toont echter niet aan dat hier sprake is van samenloop. Het hof onderschrijft trouwens de overige pertinente overwegingen van de eerste rechter over de contractuele relatie tussen partijen.