VRM legt VRT boete op voor het niet naleven van regelgeving productplaatsing
VRM 22 september 2014, IEFbe 1047 (VRM t. NV Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie)
Mediarecht. Productplaatsing. De VRM controleerde de uitzending van Hotel M (Eén - donderdag 12 juni 2014). In het programma komt Jean-Marie Pfaff als één van de hoofdgasten aan bod. Op de beide kragen van zijn hemd staat zijn sponsor ('De Coninck Kasseien') duidelijk leesbaar vermeld. Deze merkbenaming komt in totaal voor meer dan 8 minuten in beeld. Ook andere merken worden tijdens de uitzending in beeld gebracht (meer bepaald 'Sapph', 'Riddell' en 'Adidas'). Ook de cd van de groep 'The Common Linnets' wordt audiovisueel vermeld.
De VRM stelt vast dat de kijker niet op passende wijze werd gewezen op de aanwezige productplaatsing, door middel van het voorgeschreven PP-logo. Voor zover er op het einde van het programma al een PP-logo in overeenstemming met de regelgeving zou zijn uitgezonden, dan nog ontbrak het PP-logo aan het begin van het programma.
De VRM besluit VRT een geldboete van 5.000 euro op te leggen. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM enerzijds rekening met de ernst van de inbreuk en de reikwijdte van de omroeporganisatie. Anderzijds wordt ook rekening gehouden met het feit dat het een live-programma betreft.
B. Beoordeling.
10.1. Uit het onderzoek en de beelden blijkt dat de VRT heeft nagelaten een kopie van de omroepsignalen, zoals ze werden uitgezonden, aan de VRM te bezorgen. Hieruit volgt dat de VRT een inbreuk heeft begaan op artikel 234, lid 4, van het Mediadecreet. Het gegeven dat het om een vergissing gaat en de gevraagde kopie alsnog samen met de schriftelijke opmerkingen aan de VRM werd bezorgd, doet hieraan geen afbreuk. Een waarschuwing is daarom in dit geval een gepaste sanctie.
10.2. Uit het onderzoek blijkt dat ‘Hotel M’ een programma is dat commerciële communicatie in de vorm van productplaatsing bevat. Voor zoveel als nodig verwijst de VRM in dit verband naar de beslissing 2012/036 van 17 december 2012.Uit de beelden blijkt eveneens dat de kijker daar niet op passende wijze op wordt gewezen door middel van het voorgeschreven PP-logo. Voor zover er op het einde van het programma al een PP-logo in overeenstemming met de regelgeving zou zijn uitgezonden, dan nog ontbreekt het PP-logo niet in het minst aan het begin van het programma. De omroeporganisatie betwist deze vaststellingen niet. Hieruit volgt dat de VRT tijdens de uitzending van ‘Hotel M’ op 12 juni 2014 een inbreuk heeft begaan op artikel 100, § 1, 4°, van het Mediadecreet en artikelen 1 tot en met 3 van het besluit van 10 september 2010. Het feit dat de omroeporganisatie het niet eens is met de voorbeelden van productplaatsing en dat het om een vergissing gaat, doet hieraan geen afbreuk.
Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met de ernst van deinbreuk en de reikwijdte van de omroeporganisatie.Een administratieve geldboete van 5.000 euro is in dit geval dan ook een gepaste sanctie.
Waarschuwing voor Eén (Productplaatsing Vlaanderen Vakantieland)
VRM 13 oktober 2014, IEFbe 1046 (Productplaatsing Vlaanderen Vakantieland)
Mediarecht. Productplaatsing. De VRM controleerde de uitzendingen van verschillende televisieomroeporganisaties (19 juni 2014, 17u-23u), waaronder Eén. Op die datum werd een etappe van de Ronde van Zwitserland (wielrennen) uitgezonden. Omdat de etappe minder lang duurde dan voorzien werd het programmaschema aangevuld met de uitzending van 'Vlaanderen Vakantieland'. De uitzending van Vlaanderen Vakantieland bevatte productplaatsing. Echter werd de kijker niet gewezen op de aanwezig productplaatsing (door het tonen van het PP-logo). De VRM besluit Eén te waarschuwen voor deze overtreding op het Mediadecreet. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat de opvulling van het programmaschema met het bewuste programma pas op het ogenblik zelf kon gebeuren, dat het om een eerste inbreuk gaat op de toepassing van het PP-logo in dergelijke omstandigheden en dat de VRT bereid is om in dergelijke gevallen voortaan het PP-logo te tonen.
10.1. In het door de VRT bezorgde programmaschema van 19 juni 2014 staat tussen het programma ‘Sporza : Ronde van Zwitserland’ en het programma ‘Buren’ een uitzending onder de naam ‘onderbreking’. De eigenlijke opvulling ervan gebeurt ad hoc. Uit onderzoek van het beeldmateriaal blijkt dat een omroepster die onderbreking off screen aankondigt als ‘Vlaanderen Vakantieland’. Terwijl op het scherm de woorden ‘één – STRAKS – BUREN’ verschijnen, zegt de omroepster off screen: “ De renners zijn een beetje vroeger binnen dan verwacht maar de buren zijn nog niet klaar voor ons. Geen nood, wij gaan op stap met Vlaanderen Vakantieland.” Na de tune van ‘één’ begint de uitzending
met de herkenbare, zij het verkorte, tune van het programma‘Vlaanderen Vakantieland’. Door die aankondiging wordt de uitzending als een afzonderlijk element in het door de omroeporganisatie opgesteld schema als het programma ‘Vlaanderen Vakantieland’ opgenomen waardoor voldaan is aan de decretale definitie van ‘programma’.
Uit het onderzoek en de beelden blijkt dat de uitzending van ‘Vlaanderen Vakantieland’ op 19 juni 2014 een programma is dat commerciële communicatie in de vorm van productplaatsing bevat. Uit die beelden blijkt ook dat de kijker daar niet op passende wijze op wordt gewezen door middel van het voorgeschreven PP-logo. Het feit dat de omroeporganisatie slechts een deel van een reeds eerder uitgezonden programma heruitzendt, ontslaat een omroeporganisatie niet van deze verplichting.
Hieruit volgt dat de VRT tijdens de uitzending van ‘Vlaanderen Vakantieland’ op 19 juni 2014 een inbreuk heeft begaan op artikel 100, § 1, 4°, van het Mediadecreet en artikelen 1 tot en met 3 van het besluit van 10 september 2010.
10.2. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met het gegeven dat de opvulling van de onderbreking met het bewuste programma pas op dat ogenblik zelf kon gebeuren, dat het om een eerste inbreuk gaat op de toepassing van het PP-logo in dergelijke omstandigheden en dat de VRT zich bereid heeft verklaard in zulke gevallen voortaan het PP-logo te tonen. Een waarschuwing is daarom in dit geval een gepaste sanctie.
The Luxembourg E-Archiving Law Proposal Revisited
On 20 October 2014, an amended version of the much anticipated Luxembourg E-Archiving Law Proposal (see our newsflash on the initial Proposal) was published. The amended proposal introduces additional guarantees for clients of e-archiving services providers. However, it does not change the principles of the initial proposal and further confirms the rule that an electronic (or microform) copy of a document will be presumed to have the same probative value as the original provided a number of technical and other requirements to guarantee authenticity and integrity are complied with.
Lees verder
Model L-shape stoel wordt ongeldig verklaard
OHIM Invalidity division 10 november 2014, IEFbe 1044 (Stokke tegen Leanderform)
Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen-Jehoram en Robbert Sjoerdsma, De Brauw Blackstone Westbroek. Nietigheidsprocedure. Gemeenschapsmodel 579008-0001, geregistreerd op 24 augustus 2006, wordt ongeldig verklaard vanwege gebrek aan eigen karakter. Hoe groter de ontwerpersvrijheid, des te minder zullen kleine verschillen tussen ontwerpen een andere algehele indruk afgeven. Het verschil tussen het geregistreerde en ingeroepen model als prior design: 'posts forming the L-shape are straight in the RCD while they are slightly curved in the prior design.'
Lees verder
BBIE oktober/OBPI octobre 2014
Merkenrecht. We beperken ons tot een maandelijks overzicht van de oppositiebeslissingen van het BBIE. Recentelijk heeft het BBIE een serie van 20-tal oppositiebeslissingen gepubliceerd die wellicht de moeite waard is om door te nemen. Zie voorgaand bericht in deze serie: BBIE-serie september 2014.
30-10 | CHIANTI CLASSICO DAL 1716 | WINE WONDERS | Afgew. | nl | ||
29-10 | I-FOURC | IFORCE | Afgew. | nl | ||
29-10 | I-FOURC | IFORCE | Afgew. | nl | ||
28-10 | DUPHALAC | duphar healthcare | Toegew. | nl | ||
20-10 | BLOCK | E BLOCK SAVE ON ENERGY | Toegew. | nl |
17-10 | CHIARA BONI | B BONI SELECTION | Gedeelt. | nl | ||
16-10 | VACATURE | VACATURECLUB | Afgew. | nl | ||
09-10 | BASIC | AH BASIC | Afgew. | nl | ||
09-10 | GEO | Géomédia | Gedeelt. | fr | ||
09-10 | TRAXON | TRAXGO | Toegew. | nl | ||
07-10 | PELIKAN | PELICAN | Gedeelt. | nl | ||
07-10 | PELIKAN | (fig.) | Afgew. | nl | ||
06-10 | NEXT | ENEXT | Gedeelt. | nl | ||
06-10 | AIDA | VIDA CERVECERIA TAPERIA | Afgew. | nl | ||
06-10 | AIDA | VIDA | Afgew. | nl | ||
06-10 | WISE | WISE MAG | Gedeelt. | nl | ||
03-10 | OSAGA | OSAKA HOCKEY COM | Gedeelt. | nl | ||
02-10 | PASA | PASA | Afgew. | nl | ||
02-10 | VANS | VANSYB | Toegew. | nl | ||
30-09 | ORYX PETROLEUM | ONIXOIL | Gedeelt. | nl |
Analyse Antwerpse Bhaalu-uitspraak
Bijdrage ingezonden door Luc Van Caneghem, Caneghem Peeters. In een vonnis van 4 november heeft de Antwerpse rechtbank van koophandel [IEFbe 1038] het ‘Collaboratieve Video Recorder’ (CVR) systeem van de aanbieder Bhaalu (de NV Right Brain Interface) onrechtmatig verklaart. Het CVR-systeem bestaat eruit dat abonnees van hetzij Telenet hetzij TV-Vlaanderen via het internet aan Bhaalu opdracht konden geven een uitzending te registreren die ze dan nadien op hun vraag in streaming konden bekijken. De uitzendingen werden opgenomen en tijdelijk opgeslaan in het datacentrum van Bhaalu. De Vlaamse omroepen vechtten dit systeem aan.
Een eerste belangrijke stelling van de rechtbank is dat Bhaalu zelf niet als de kopieerder kan worden beschouwd. Het is de gebruiker die opdracht tot de opnames geeft en de gebruiker kan enkel die uitzendingen bekijken waarvan hij de opname geïnitieerd heeft. Daaruit besluit de rechtbank dat de gebruikers zelf de kopieerders zijn en niet Bhaalu.
De gebruikers, als abonnees, hebben recht op het maken van een private (thuis) kopie. Het is een voorwaarde voor dit recht dat het gaat om kopieën die gemaakt zijn uit een geoorloofde bron. Voor het capteren van hun signaal van heeft Bhaalu echter geen toestemming van Telenet of TV-Vlaanderen en bovendien gebruikt het smartcards of ontvangers die door abonnees ter beschikking werden gesteld in weerwil van de algemene voorwaarden. Daaruit besluit de rechtbank dat er voor het leveren van de Bhaalu dienst geen gebruik werd gemaakt van rechtmatige thuiskopieën en dat de gebruikte kopie dus ongeoorloofd was.
Bijkomend oordeelt de rechtbank ook dat het Bhaalu systeem een ongeoorloofde mededeling aan het publiek inhoudt. Het werkt immers met een (weder)doorgifte die in zijn technische werkwijze verschilt van de doorgifte waartoe de omroeporganisaties toestemming gegeven hebben. Of het al dan niet om een nieuw publiek gaat wordt door de rechtbank niet relevant geoordeeld.
Het argument van de omroepen dat Bhaalu hun rechten schendt als producenten van de databanken aan de hand waarvan zij hun programmatie opstellen werd niet weerhouden omdat er geen sprake is van onrechtmatig rechtstreeks putten uit deze databanken.
Luc Van Caneghem
Gekende cybersquatter moet bruynzeel.be overdragen
CEPINA 3 september 2014, IEFbe 1040 (Bruynzeel.be)
Beslissing aangebracht en samengevat door Frederic Debusseré, time.lex. De eisende partijen zijn licentiehouders van het merk Bruynzeel en voeren als handelsnaam Bruynzeel. De derde-beslisser vindt dat aan de drie voorwaarden voldaan is om de overdracht te bevelen: Ten eerste oordeelt hij dat de domeinnaam identiek is of zodanig overeenstemt dat hij verwarring kan scheppen met het merk en de handelsnaam van de eisende partijen. Ten tweede vindt hij dat de domeinnaamhouder geen rechten of legitieme belangen kan laten gelden op de domeinnaam. De domeinnaamhouder, de Duitser Matthias Moench, is immers een gekende cybersquatter:
hij heeft ook talloze andere domeinnamen geregistreerd die betrekking hebben op merken en andere onderscheidingstekens van bedrijven, en is daarvoor al door veel andere derde-beslissers van de WIPO, NAF en ACID veroordeeld geweest.
Ten derde is er registratie en gebruik te kwader trouw door de domeinnaamhouder. Zo is de domeinnaamhouder een gekende cybersquatter, biedt hij de domeinnaam te koop aan voor 999 USD (een bedrag dat duidelijk de kost van het bekomen van de domeinnaam overschrijdt), biedt hij ook andere domeinnaamen voor een dergelijk bedrag aan, en is hij betrokken bij verscheidene illegale activiteiten zoals typosquatting, domain name grabbing, verkopen van namaakgoederen op internet en spamming.
Stakingsvordering kauwsticks in een X-vorm
NL Rechtbank van Koophandel Brussel 29 oktober 2014, IEFbe 1039 (Mars tegen Gedon Pet)
Uitspraak aangebracht door Paul Maeyaert en Jeroen Muyldermans, Altius. Merkenrecht. Vormmerk. Modellenrecht. Oneerlijke en verwarringstichtende marktpraktijk. Inbreuk door gebruik te maken van de aangevochten kauwstok (3D-gemeenschapsmerk en Beneluxmodellen 1, 2 en 3). Gedon Pet heeft in België en Nederland snacks op de markt gebracht die eveneens gekarakteriseerd worden door een X-vorm. Deze vorm is niet een gebruikelijke vorm voor deze waren en evenmin functioneel bepaald. De stakingsvordering wordt uitgebreid toegelicht en toegewezen.
Lees verder
Bhaalu-systeem kopieert de uitzendingen onrechtmatig
Voorz. Rechtbank van Koophandel (en afd.) Antwerpen 4 november 2014, IEFbe 1038 (VRT, Medialaan, SBS Belgium tegen Right Brain Interface)
Uitspraak aangebracht door Carina Gommers, Fabienne Brison, Hoyng Monegier en Kristof Neefs, Altius. Zie anders: IEFbe 927. Auteursrecht. Tussenpersoon. Feitelijke vereniging. Geen databankenbescherming. Het netwerk van een CVR bestaat uit al de bhaalu-boxen die bij de andere bhaalu-kijkers thuis staan in combinatie met infrastructuur die zich in de cloud bevindt.
Besluit: In dit vonnis werd vastgesteld dat het BHAALU-systeem, net als de leden van de feitelijke vereniging die ter exploitatie ervan werd opgericht, op verschillende vlakken in aanvaring komen met de regelgeving die erop van toepassing is. Het toekennen van de stakingsvordering van de Omroepen is hiervan het logisch gevolg: zij mogen niet verstoken blijven van de rechten die de wetgever hen heeft toegekend.
De rechtbank wenst te benadrukken dat zij respect opbrengt voor Right Brain Interface, haar oprichters en de initiatieven die zij hier ontplooit. Dit neemt niet weg dat zij de geldende regelgeving (waar er vanuit beleidsopzicht zowel voor als tegen kan worden geargumenteerd) moet toepassen en moet instaan voor de handhaving ervan.
44. Dat de Omroepen veel tijd en aandacht en dus middelen besteden aan het ontwikkelen van hun respectieve databanken staat vast. Dat wil daarom niet zeggen dat deze investeringen, hoe substantieel ook, kunnen worden onderscheiden van hun normale programmatieactiviteiten als omroeper. Deze activiteit brengt inherent met zich mee dat zij keuzes dienen te maken naargelang welke programma's te vertonen en dus aan te kopen, te bestellen of zelf te produceren. (...)
Zelfs al zou dit kunnen worden aanvaar wat betreft het Ardome-systeem van de VRT (...) dan nog moet worden vastgesteld dat hier geen sprake is van rechtstreeks onrechtmatig putten uit deze databank. (...)
45. Dit hoogstens onrechtstreeks gebruik komt dan ook niet in aanmerking voor bescherming onder de sui generis databankenbescherming.
De concrete maatregel
56. De rechtbank oordeelt dan ook dat Right Brain Interface de Bhaalu-gebruikers, leden van de feitelijke vereniging, in kennis moet stellen van de vastgestelde inbreuk. Zij zal dan ook de tekst (...) per mail aan alle leden bezorgen, alsook op de ingangspagina van haar website.
Het staat Right Brain Interface vrij aan deze tekst duiding toe te voegen over de vraag hoe zij één en ander ziet naar de toekomst toe. Dit zal zij vanzelfsprekend te goeder trouw doen zonder de vaststellingen en beslissingen in dit vonnis te minimaliseren of te verdoezelen.
Op andere blogs:
Mondaq Van Bael & Bellis
Geen auteursrechten op veiligheidsbarrière, kleurcombi is voorgeschreven
Hof van Beroep Brussel 24 juni 2014, IEFbe 1036 (A-Fax A-Safe tegen Boplan)
Modelrecht vernietigd, geen auteursrecht, kleurcombinatie wettelijk voorgeschreven. A-Fax ontwikkelt innovatieve plastieken veiligheidsbarrières, Boplan handelde in A-Fax-producten, maar tot een distributieovereenkomst kwam het niet. Afbeeldingen van A-safe en video's van veiligheidstesten werden nog door Boplan gebruikt. Over en weer worden domeinnamen geregistreerd met elementen van tegenpartijen in de naam. De rechtbank spreekt de nietigheid van (niet-geregistreerde) Gemeenschapsmodellen uit en verwijt ongenuanceerde uitspraken van appellanten als ongeoorloofde slechtmaking (art. 95 marktpraktijken).
Het Hof van Beroep erkent geen auteursrechten op de combinatie van elementen van de veiligheidsbarrière. De kleurcombinatie (ingeroepen als kenmerk), is voorgeschreven door de Richtlijn etikettering en verpakking van stoffen en mengsels. Het Hof bevestigt het vonnis en legt appellanten een verbod op mededelen dat Boplan producten zou namaken en/of onrechtmatig kopieert; fleximpact.co moet worden overgedragen.
p. 22. Daarenboven voert Boplan in verband met het gebruik van de kleuren geel en zwart terecht aan dat het gebruik van deze kleuren voorgeschreven is door Richtlijn 92/58/EEG (thans Richtlijn 2014/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot wijziging van de Richtlijnen 92/58/EEG, 92/85/EEG, 94/33/EG en 98/24/EG van de Raad en Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad, teneinde deze aan te passen aan Verordening (EG nr. L27212008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (cfr. het K.B. d.d. 17 juni 1997, gepubliceerd in het B.S. van 19 september 1997). Ten onrechte voeren appellanten aan dat deze Richtlijn in casu niet van toepassing zou zijn. De producten die de partijen produceren en verhandelen hebben immers betrekking op de veiligheid en/of gezondheid op het werk (cfr. bijvoorbeeld, doch niet limitatief, de "Handrail" van appellanten).
p. 35 Appellanten verwijzen tevens naar de volgende "begeleidende omstandigheden" die volgens hen indruisen tegen de eisen van de eerlijke marktpraktijken:
- het gebruik door Boplan van (quasi) identieke product benamingen;
- het gebruik door Boplan van dezelfde referentienummers;
- het gebruik van het Adword "A-Safe" voor Boplan producten;
- de compatibiliteit van de Boplan met de A-Safe producten;
- geen enkele expliciete of impliciete communicatie naar cliënten van Boplan na de beëindiging van de handelsrelaties tussen partijen, om te melden dat Boplan haar eigen producten produceert en geen producten meer aankoopt bU A-Fax;
- het gebruik van A-safe video's en afbeeldingen van A-safe producten om Boplan producten te promoten.
De productnamen die door appellanten worden gebruikt zijn beschrijvend. Het hof verwijst bij wijze van voorbeeld naar de "Handrail", die de naam is van de handrail van appellanten, of nog naar de "Pedestrian Barrier", die de naam is van de barrière voor voetgangers van appellanten.
p. 37 Het hof stelt vast dat appellanten niet betwisten dat alle producten van Boplan voorzien zijn van diens eigen merk en dat zij onder de naam van Boplan verkocht worden, zodat er in hoofde van andere personen dan consumenten, redelijkerwijze geen verwarring of risico op verwarring kan bestaan aangaande de herkomst van de producten.
p. 37 Het gebruik van een video van appellanten om Boplan producten te promoten, wordt door Boplan niet betwist. Zij bewijst echter dat zij de nodige stappen ondernomen heeft om dit gebruik te doen stopzetten, Er is in casu dan ook geen herhalingsgevaar, zodat er geen aanleiding is om de stopzetting van het gebruik van de betrokken video te bevelen. Wat de brochure betreft, waarin een foto van A-Fax producten werd gebruikt, stelt het hof vast dat het gelaakte gebruik niet gebeurde door Boplan, doch wel door een Franse vennootschap, die niet in zake is. Aan Boplan, waarvan niet bewezen wordt dat zij enige opdracht tot gebruik van de betrokken foto gegeven heeft, kan zodoende geen verwijt worden gericht.